Vanaf komend seizoen zal Patrick Faijdherbe geen deel meer uit maken van de formatie van Apollo Amsterdam. De 46-jarige coach (in mei 47) coachte de afgelopen vijf seizoenen de club in de hoofdstad. Wij staan hierbij stil bij zijn professionele loopbaan als speler en coach.
Patrick begon in 1995 als prof in de eredivisie. In het Hoge Noorden werd hij door Donar Groningen benaderd, en bleek een talentvolle belofte te zijn. “Ik was een point guard, maar kon ook op de twee-positie spelen,” aldus Faijdherbe. “Ik was een redelijk goeie schutter en daarbij best atletisch. Ik speelde altijd op het randje en tot het uiterste, maar probeerde vooral in wedstrijden waar het spannend werd op het beslissende moment toe te slaan en de winnende treffer te maken. Daarbij was ik best moeilijk te coachen. Ik had vaak mijn eigen gedachten over bepaalde spelletjes, wat best vaak botste met coaches. Voor coaches was het daarentegen wel fijn om mij in het team te hebben, omdat ik altijd beschik over een winnaarsmentaliteit.”
Bij Donar werd Patrick gecoacht door Glenn Pinas, en werd in 1996 rookie of the year. “Bij Donar was ik shooting guard. In dat eerste seizoen scoorde ik geloof ik 17 punten gemiddeld. Naast de Amerikanen Donnell Thomas en Stephan Stewart was ik de topscoorder van Donar dat seizoen. Ik had hele goeie statistieken dat jaar, en ook coach Glenn Pinas kon goed met mij omgaan en liet mij vrij in dingen die ik mocht en kon doen. Daarom denk ik dat ik rookie of the year ben geworden in seizoen 1995/1996.”
Na drie seizoenen voor Donar te hebben gespeeld ging Patrick naar Oostenrijk in Fürstenfeld. Uiteindelijk speelde hij daar twee seizoenen. “Mijn contract werd bij Donar niet verlengd, en daar ben ik achteraf nog best teleurgesteld over. Wij hadden in seizoen 1997/1998 de beslissende zevende finale wedstrijd verloren van Hans Verkerk Keukens Den Helder, wat toen een heel sterk had met spelers als Chris Mims, Tony Miller, Nii Nelson Richards en John Duggan. Wij wilden daarna als groep graag bij elkaar blijven, maar er ontstond ook wat frictie tussen de groep en coach Pinas. Uiteindelijk werd besloten om het team van Donar in seizoen 1998/1999 nagenoeg geheel te veranderen. Naast mij vertrokken ook Donnell Thomas, Scott Snider, maar ook Hein-Gerd Triemstra ging weg.
Mijn agent Jan Lugtenburg wilde wat voor mij regelen, maar dat zou dan wel een buitenlands avontuur worden. Het werd dus Oostenrijk. Ik werd in 1998 ook vader, dus ik kwam vrij out of shape in Oostenrijk aan. Na twee wedstrijden wilden ze mij ontslaan, omdat ik gewoon niet in shape was en dus ook niet goed tot mijn spel kwam. De toenmalige sponsor kwam een keer de kleedkamer binnen en zei ‘als we deze wedstrijd niet winnen stuur ik alle buitenlandse spelers naar huis’. Nou ja die wedstrijd daarop had ik 38 punten omdat ik geen zin had om al naar huis te gaan. Ik wilde toen echt wat beter spelen. Toen ben ik daar gebleven, en heb sportief een goeie ervaring gehad. Alleen het wonen was minder leuk in zo’n stadje met 7.000 inwoners.”
Als speler kwam Patrick uiteraard veel verschillende tegenstanders of medespelers van zijn positie tegen. Chris McGuthrie staat hem het beste daarvan bij. “Ik vond het altijd erg lastig om tegen Chris te spelen, maar ik denk dat iedereen dat wel had in de beginjaren dat Chris de Nederlandse competitie betrad. Het was ongekend. Ik had het toen nog niet gezien hoe iemand zoals hij zo makkelijk kon scoren. In het begin dat ik ‘nah, die kan ik wel hebben’. Toen hij echter die schoten zo ongeveer vanaf de middenlijn erin schoot, met nog een goeie verdediging erbij, dan was je gewoon kansloos. Als Chris het echt op z’n heupen had, dan was er geen speler in de Nederlandse competitie die hem kon stoppen. Daarbij heb ik met hem in de Europa Cup gespeeld tegen Arkadia in Oostenrijk. Toen kreeg Chris het in de eerste helft ook op z’n heupen en gooide er uiteindelijk 28 punten in. Toen zag je ook dat echt goeie Amerikanen in Europa hem niet konden afstoppen. Als Chris aan was, was hij aan en was je kansloos.”
Na Oostenrijk keerde Patrick in 2000 terug naar Nederland om voor nieuwkomer EiffelTowers Nijmegen te spelen. Daar zou het bij één seizoen blijven om vervolgens voor de Ricoh Astronauts te spelen. In 2002 werd hij met dat team kampioen, ten koste van zijn vorige club EiffelTowers. “Die finaleserie tegen EiffelTowers was heel onstuimig. We raakten in de tweede play-off wedstrijd Mario Bennes voor drie wedstrijden kwijt, omdat hij het aan de stok kreeg met Erik Nelson van Nijmegen. Uiteindelijk bleef de serie in evenwicht aangezien zowel Nijmegen als wij de eerste drie thuiswedstrijden wonnen.
Het kwam toen neer op een zevende wedstrijd in de Horstacker in Nijmegen. Daarin stonden we heel dik achter bij rust, waarna coach Ton Boot zei dat we deze wedstrijd alsnog zouden winnen. Zijn tactiek was dat we alleen maar voor Chris zouden spelen, dus dat we een systeem speelden waarin iedereen half op de baseline ging staan en Chris steeds één tegen één ging spelen. Dat hebben we de hele tweede helft gedaan. Als Chris een keer miste, wat toen niet vaak was, hadden we altijd nog Joe Spinks en Terrance Herbert die de aanvallende rebounds pakten en de ballen dan alsnog erin kregen. Zodoende kwamen we van een hele grote achterstand terug in de wedstrijd en wonnen we die uiteindelijk. Voor mij was dat persoonlijk echt de slagroom op de taart.”
Na nog één jaartje Ricoh Astronauts en een seizoen bijspringen bij Omniworld Almere beëindigde Patrick zijn spelers carrière. Het zal jullie natuurlijk niet ontgaan zijn dat hij de afgelopen jaren Apollo Amsterdam onder zijn hoede nam als coach. “Elk jaar als coach bij Apollo heeft natuurlijk zijn eigen ervaringen gehad. Dus elk jaar heb ik wel goeie en minder goeie tijden meegemaakt. Ik vond vooral het eerste jaar erg leuk. Niemand had echt verwachtingen van ons, maar we hadden toen echt een heel goed seizoen gedraaid met jongens als Nikki Hulzebos, Aron Royé en Dimeo van der Horst. Dat seizoen werden we de reuzendoder genoemd. Vooral de snelle en attractieve speelstijl was ook de stijl die ik en andere mensen echt leuk vonden om te zien.”
Dat Patrick niet meer coach zal zijn bij Apollo, betekent natuurlijk niet dat hij er voorgoed mee zal stoppen. “Ik denk dat je nooit bent uitgeleerd in het coaching vak. Er zijn natuurlijk altijd leermomenten en verbeterpunten. Ik ga daar de komende tijd ook eens goed voor zitten om te kijken waar ik nog beter in kan worden. Hopelijk is dat te zien, mocht ik in de toekomst een club gaan coachen.”